’En nu vraag ik jullie je ogen te sluiten en te blijven stilstaan tot je klankschaal hoort. Een kwartier duurt veel langer dan je denkt, maar houd vol. Ontspan en haal rustig adem.’ De akela, zoals ik haar stiekem noem, kijkt me streng aan. Met tegenzin sluit ik mijn ogen. Ik geloof totaal niet in deze zweverige prietpraat, maar het was dit of een echtscheiding. Karin kan het niet langer aan. Na mijn zogenaamde burn-out (onzin, ik was alleen een beetje overwerkt) legde ik gedwee het verplichte parcours langs huisarts, bedrijfsarts en psycholoog af. Zonder resultaat. Ik mocht niet aan het werk vanwege mijn ’hardnekkig intolerant-agressieve grondhouding.’ Terwijl Jaap toch allang van zijn kaakbreuk was hersteld en het mij zelfs niet eens meer kwalijk nam. Dus sta ik hier nu al een eeuwigheid op mijn blote voeten in het bos te ’aarden’. ’Klionjngggggg!’ ’Oké, heel goed! Open je ogen en beweeg je ledematen want die zullen wat stijf aanvoelen.’ Ik wil mijn voeten optillen maar het lukt niet. Ze lijken vastgeplakt aan de grond. Ik trek met al mijn kracht aan mijn benen. Zonder effect. ’Zeg, staat die Victor Dinges, die Mind-Fucker soms ergens achter een boom of zo?’ roep ik lacherig. ’Ik zit vast.’ De akela komt op mij af. ’Niet te geloven, Bas!’ zegt ze met haar zoetgevooisde zwijmelstem. ’Dit had ik echt niet verwacht. Je hebt warempel wortel geschoten!’ Op dat moment beweegt er iets op mijn kale hoofd. Ik breng mijn hand ernaartoe en voel ... bladeren?’