Klaas begreep ook wel dat hij iets goed te maken had. Na zijn zoveelste faux pas (het kwam ook altijd uit!) besloot hij zijn Dieudonnée te verrassen met een exclusief diner bij het beste restaurant dat hij kende. Drie sterren! Het mocht wat kosten. Hij had het menu al uitgekozen. Verrassing! Die Franse vrouwtjes mogen dan een beetje overgevoelig zijn wanneer het emoties en de liefde (l’amour!) betreft, een groothartig gebaar van verontschuldiging weten ze altijd te waarderen. Hij zag haar al smelten van dankbaarheid. „Wat is dit?” riep ze keihard toen ze zag wat er op haar bord verscheen. De andere gasten in duur aangeklede eetzaal keken verstoord op. Klaas boog zich naar voren en fluisterde: „Ris de veau, ik dacht dat dat rijst was." „Sukkel!” Ze schreeuwde nu nog harder. Hij kromp ineen. „Ris de veau, dat is orgaanvlees, dat eet ik niet, weet je dat nou nog niet, na zoveel jaar?” Ze schoof haar stoel naar achteren, smeet het hagelwitte damasten servet op tafel en beende de zaal uit, bekeken door tientallen verbaasde blikken. Toen Klaas thuis kwam, zag hij een aantal koffers op de oprit staan. Zijn jassen waren er slordig overheen gegooid en al zijn schoenen stonden er beteuterd naast. Hij hoorde de balkondeuren opengaan, keek naar boven en zag Dieudonnée naar buiten wankelen. Ze had een fles in haar hand. „Wat is dit?” riep hij. „Rez de chauzee,” zei ze. Haar tong gleed uit over de medeklinkers. „Zjoek djat maarropp indzje dzjitzonairre.”