‘Kappen!’ zeg ik tegen mijn vriend. Hij wint keer op keer maar dat kan natuurlijk niet blijven doorgaan. Hoort hij mij überhaupt wel? Hij lijkt wel in trance.
Nu zet hij al zijn fiches op een vierkant van cijfers. Ik besluit dat ik het niet langer wil aanzien. ‘Ik ga naar de bar. Zie je straks?’ Hij knikt alleen maar terwijl zijn blik strak op het roulettewiel gericht blijft.
Vanuit de bar kijk ik naar de tafel waaraan mijn metgezel verder speelt. Ik zie dat de croupier weer een stapel fiches naar hem toeschuift. Ik neem een slok van mijn biertje en wanneer ik opkijk, zie ik dat er twee ’gorilla’s’ bij mijn vriend staan. Een van hen lijkt wat in zijn oor te fluisteren maar mijn metgezel maakt een abrupte beweging en schuift een hele stapel fiches op het bord. De gorilla’s lachen. Heeft mijn vriend nu echt alles op één nummer ingezet? Wat een idioot! En ja hoor, even later schraapt de croupier alles van tafel: niemand heeft gewonnen. Mijn metgezel is alles kwijt.
Ik zet me schrap. Over een minuut komt hij zeuren of hij geld van mij kan lenen (‘een klein beetje maar, zodat ik weer op gang kan komen, ik betaal je meteen na het eerste spel weer terug’, etc.). Geen denken aan.
Daar is hij.
’Alles kwijt, haha. Gelukkig boden die lui me net daarvoor een afkoopsom aan. Ik hoefde alleen alles te verspelen.’
Hij toont mij zijn binnenzak. De briefjes van 500 puilen eruit.