’Ruik je hem?’ ‘Wat? Wie?’ ’Die scheet!’ ’Nee, heb jij er een gelaten dan?’ ’Ja, maar van een bepaald type.’ ’Heb ook niks gehoord.’ ’Klopt. Hersenscheten ruik en hoor je niet.’ ’Hersenscheten?’ ’Dat zijn van die ideetjes die ineens in je onderbuik opborrelen en die als je niet uitkijkt er zomaar uitflappen. Ik had er net een.’ ’O?’ ’Ik hoorde dat onze Slimste Denker des Vaderlands laatst ook zo’n scheet heeft gelaten.’ ’Klaas D...’ ’Shhht! Niet benoemen! Ik wil dat we de privacy van deze genieën beter beschermen en dus hun achternaam alleen nog maar met de eerste letter moeten aanduiden.’ ’Klaas D.? Dat klinkt alsof hij een crimineel is.’ ‘Dat lijkt zo maar je went uiteindelijk ook aan de gekste dingen. Alles van waarde is vloeibaar. Klaas was van die postcode-afhankelijke straffen.’ ’O ja.’ ’Ik heb een geweldige aanvulling bedacht: verplichte tatoeage van je postcode op je arm of in je nek, desnoods op je voorhoofd. Als het maar zichtbaar is. ’s Winters moet hij op je jas genaaid zijn. Kleur geel.’ ’Getver, ik krijg hier toch hele nare associaties bij. En dan? Een hogere boete bij foutparkeren als je uit een zwarte wijk komt?’ ’Nee joh. Dat is zo stigmatiserend. Nee, er wordt ter plekke gecontroleerd of je ooit wel eens zo’n krankzinnige hersenwind als Klaas D. hebt gelaten. Blijkt dat het geval en kom je uit een rechtse wijk dan word je gelijk getaserd.’ ’Haha, zo ken ik je weer. Dacht even dat je gek geworden was!’