Als ze bloed moet laten prikken, kijkt ze met vertrokken gezicht weg wanneer de verpleegkundige de naald in haar arm plant. De tandartspraktijk is een no-go area. Piercings? Geen denken aan! Maar nu gaat ze, horror of all horrors, een tatoeage laten zetten. „Hè mam, kom op, je voelt er echt niets van!” Haar dochter, haar lievelingetje, zelf voorzien van tientallen tatoeages (zelfs een op haar linkerbil!), gaf haar een cadeaubon voor een tatoeage als verzoeningsgebaar na een maandenlange, pijnlijke ruzie. Het was een beetje een vreemd geschenk, maar ze was zo opgelucht over de hereniging dat ze niet durfde te weigeren. Na een slapeloze nacht gaat ze met haar dochter naar de shop. „De beste van heel Nederland, mam! Hij heeft zelfs prijzen gewonnen.” Die medailles heeft hij dan zeker op zijn borst getatoeëerd, denkt ze vilein. „En ik heb met hem al iets moois voor je uitgezocht, dus je hoeft alleen maar te gaan zitten en af te wachten.” „Alleen maar zitten, oké, als dat alles is,” antwoordt ze. „Mà-àm!” Maar inderdaad, na een uurtje met afgewend hoofd in de leren fauteuil van de inktkunstenaar te hebben gezeten, is het klaar. Geen centje pijn. De man wrijft met een vette doek de binnenkant van haar linkerarm schoon en toont haar het resultaat. „Mooi hè, mam?” hoort ze haar dochter, haar lieveling, zeggen. Op haar arm ziet ze een levensechte, half met bloed gevulde injectiespuit, waarvan de naald precies in een van haar aderen verdwijnt.