Bang? Ze was helemaal niet bang! „Neemt u dit maar in mevrouw, dat helpt tegen de angst,” had de dokter gezegd. Nou ja, vooruit, slikken dan maar. Op het doosje stond iets met pam, opperdepam, pimperdepam, ... Je werd als oudje tegenwoordig gepamperd, dacht ze, en grinnikte om haar vondst. De lijst met ’mogelijke’ bijwerkingen was eindeloos. Hoofdpijn, maagpijn, duizelingen, verstopping, diarree... Ja, zo lust ik er nog wel een paar, dacht ze. Te hoge bloeddruk, te lage bloeddruk, helemaal geen bloeddruk. Grinnikend propte ze het papiertje terug in het doosje. Frisse lucht, daar had ze nou echt behoefte aan. Was dat ook een bijwerking? Waarom binnen naar de zonsondergang kijken als het ook buiten kon? Op de deur van het trappenhuis stond in grote rode letters „Alleen in geval van nood gebruiken!” Ach wat, dacht ze, duwde de stang omlaag en gaf de deur een zet. Wat een uitzicht had je hier! juichte ze toen ze op het dak stond. Ze ging op de verhoogde rand zitten en hing haar oude stijve benen in de diepte. Ze schommelde ze heen en weer en voelde zich weer een meisje. Hé, daar op het dak van de volgende flat zat ook iemand! En daar! En nog een! Wat een vredig gezicht. De avond kleurde romantisch rood. Kijk, daar vloog zomaar iemand weg. Zou zij het ook kunnen? Ze duwde haar lichaam omhoog. Ze was niet bang en haar bloeddruk was normaal. De duizeling die ze plotseling voelde, deed haar zweven van geluk.