(Hij mompelt) ’Waar is de schakelaar? Waarom gaat het altijd zo moeilijk, steeds weer opnieuw? Ach, daar zit hij. Licht! Eens even zien, wat hebben we hier. Een wereld. Mooi. Kijk toch eens hoe fraai die blauwe knikker in de ruimte zweeft!’ (Hij pakt een vergrootglas en buigt voorover om beter te kunnen kijken) ’O nee toch, niet weer! God, wat een puinhoop. Het lukt je ook echt nooit, hè? Deze keer zal ik echt vanaf nul moeten beginnen. Sorry, jongens.’ Hij neemt de knikker tussen zijn vingers en begint hem te kneden.