Van jongs af aan ben ik een lachebekje maar toen ik verkondigde wat ik later wilde worden, waren het mijn familieleden die het hardst lachten. ’Royal Guard? Are you mad?’ riep mijn vader terwijl hij zich op de dijen sloeg. Ik pruttelde beschaamd wat tegen en trok me schielijk op mijn kamertje terug. Maar ik werd het wel.
Nu ik vaak op wacht sta, begrijp ik de reactie van mijn familie beter. Wat een idioten komen er iedere dag op ons (we zijn altijd met zijn tweeën) af! Allemaal weten ze dat wij streng in de houding moeten blijven staan en geen spier mogen vertrekken. En dus vinden de lolbroeken van deze wereld het een sport om ons aan het lachen te krijgen. Ach, wat zijn ze allemaal vindingrijk en origineel: gekke bekken, rare sprongen, schuine moppen, vieze liedjes, ja zelfs boeren en scheten gooien ze in de strijd. Alleen de enkeling die met ’Biggus Dickus and his wife Incontinentia’ aan komt zetten, kan ik wel waarderen.
Kijk daar heb je er weer een. Wat zou hij bedacht hebben? ’Hi, how are you?’ Een kletsmajoor. Ik antwoord niet. ’I happened to find your name on the website. So I did you a favour.’ Ik ben nieuwsgierig maar zwijg. ’I fucked your wife.’ Even ben ik van mijn apropos want ik ben vrijgezel. Tot ik besef dat hij bij mijn collega moet zijn.
Het kan zijn dat er toen even een vilein glimlachje op mijn lippen verscheen.