’Stoppen jôh!’ zei mijn metgezel. ’Je hebt al zoveel gewonnen. Straks ben je het weer kwijt!’ Waarom viel hij me lastig, net nu ik in een flow zat? Hij onderbrak mijn trance en verstoorde de intuïtie die mij steeds de goede nummers deed kiezen. ’Je moet het zelf weten,’ zei hij, ’maar ik ga niet toekijken hoe je 20.000 euro verspeelt. Ik zie je straks in de bar.’ Ik knikte. Perfect! Meteen verscheen het vierkant 20-21-23-24 voor mijn geestesoog. Ik schoof een stapel fiches op het middelpunt van de vier vakjes. Daar ging het balletje al. Rokkeldetokkel rokkeldetokkel krrrrr. ’Drieëntwintig!’ riep de croupier en keek met bezorgde blik naar mijn stapel. Ik zag dat hij stiekem op een alarmknopje drukte. Wat ging er gebeuren? Was de bank gesprongen? Voorlopig ging het spel verder. Ik won weer en zag twee breedgeschouderde mannen op de roulettetafel afkomen. Ze kwamen achter mij staan. Een van hen pakte me bij mijn elleboog terwijl de ander in mijn oor fluisterde: ’Als u nu meekomt, verdubbelen we uw winst en kunt u zonder verdere problemen vertrekken. Als u weigert moeten we een onderzoek starten naar overtreding van de spelregels.” Ruw trok ik mijn arm los en zette van de weeromstuit al mijn fiches op één nummer: 13. Ik schrok zelf van mijn actie maar voor ik me kon bedenken klonk het ’Rien ne va plus’ al. De gorilla’s lachten: het probleem loste zich vanzelf op! Rokkeldetokkel rokkeldetokkel krrr. ’Nummer dertien!’ riep de croupier met schrille stem.