„Kijk mam, met deze drukknop om je hals kun je in geval van nood altijd om hulp vragen,” zei haar dochter, luider dan nodig was. „Ja, ja, dat is goed,” antwoordde ze. Alsof haar überhaupt nog iets zou kunnen overkomen! De kleedjes (”levensgevaarlijk!”) waren al uit haar woonkamer weggehaald, net als alle andere dingen waarover ze zou kunnen struikelen. Ze woonde nu in een lege doos met alleen meubels tegen de wanden. Maar dat was nog niet genoeg. Overal hingen bewegingsdetectoren en videocamera’s. Haar hele doen en laten werd door haar kinderen gevolgd. Privacy ho maar. Ze was het beu. In de Toys ”R” Us kocht ze stoepkrijt en een springtouw. „Leuk, voor uw kleinkinderen?” vroeg de caissière. Ze knikte en glimlachte besmuikt. Thuis bereidde ze alles voor en wachtte tot het zes uur was. Dan waren haar kinderen zeker thuis. Ze klapte keihard in haar handen. Het grote lichte floepte aan en de camera’s zoomden in. Voorstelling! Theater! De radslag kwam er tot haar eigen verrassing nog heel soepel uit, terwijl ze die toch al zestig jaar niet meer gedaan had. Sommige dingen verleer je kennelijk nooit. Ook het hinkelen ging heel redelijk, haar vergevorderde leeftijd in aanmerking genomen. Het touwtjespringen bleek een eitje. De camera’s volgden haar met zenuwachtige bewegingen. De rode lichtjes knipperden nerveus. Na de laatste oefening boog ze, als voor stil applaus. Het driftige rinkelen van de telefoon drong nauwelijks door tot de badkamer waar ze in een heerlijk en welverdiend warm bad wegzonk.