’Doe dit, doe dat, doe dit, doe dat!’ Zijn vrouw leek wel een ambulance. ’We zijn jaloers op je, Henk. Voortaan alleen doen waar je zin in hebt’ zeiden zijn collega’s tijdens de afscheidsborrel. ’Waren wij maar vast 65!’ Wisten zij veel. Want sinds hij thuis zat, had Henk geen rust meer. ’Ga ’s even boodschappen doen, Henk. En langs de Gamma want je moet die lekkende kraan nog repareren.’ Hoe deed hij dat vroeger, voordat hij met pensioen ging ook alweer? Hij kon het zich niet herinneren. Wat kwam die periode hem nu paradijselijk voor. ’En vanmiddag moet je echt het gras maaien, anders wordt het veel te hoog.’ Henk vluchtte het huis uit. ’Vergeet de lege flessen niet!’
Om tot rust te komen ging hij iedere dag een paar uurtjes naar de bibliotheek. Tot zijn verrassing trof hij daar allemaal oudere mannen aan, die hem met een ironische blik begroetten. Zouden die ook allemaal...?
Als hij de kranten uit had, slenterde hij wat langs de boekenkasten. Bij de afdeling ’Zelfhulp’ wemelde het altijd van de dames. Vijandige blikken joegen hem weg. Bij toeval stuitte hij op Sun Tzu: ”De Kunst van het Oorlogvoeren”. Heerlijke lectuur, waarbij hij helemaal tot rust kwam.
Maar zodra hij thuis was, begon het weer. ’Waar ben je al die tijd geweest? Je moet de heg nog snoeien!’
Leuk hoor, die Sun Tzu. Is vast nooit met pensioen gegaan. Want tegen een kreng van een wijf zijn zelfs de sluwste oorlogsstrategieën niet opgewassen.