„Het ziet er wel erg ingewikkeld uit!” Zijn blik schoot angstig heen en weer over het besturingsgedeelte. „Het lijkt het bedieningspaneel van een Boeing 747 wel!” „Welnee, opa,” antwoordde de kleinzoon, „het is helemaal niet moeilijk. Deze dingen zijn speciaal ontworpen voor oudere mensen. Ik leg het wel even uit.” „En dit gele knopje met een O erop?” onderbrak hij de woordenstroom van zijn kleinzoon. Waarom deed die jeugd altijd zo? Ook als ze hem iets uitlegden over de computer, ratelden ze in sneltreinvaart, tikten vliegensvlug toetsen in en gebruikten de meeste gekke termen. Na afloop wist hij nog niets. „Eh, ja, eh...” Mooi, het was hem gelukt de spraakwaterval te stoppen. „Kom daar voorlopig nog maar niet aan. Dat zoek ik straks wel op. Proefritje? Ik rij op de fiets mee, dan kan er niks gebeuren.” Ze reden rustig naast elkaar op het fietspad. Zo af en toe passeerde hen op hoge snelheid een e-bike. „Gaat goed hè, opa?” riep zijn kleinzoon. Hij knikte vrolijk. Hij kreeg er echt plezier in. Maar ja, dat gele knopje. Hij kon het niet laten om het toch in te drukken, heel even maar. De scootmobiel schoot opeens met een schok vooruit. In de achteruitkijkspiegel zag hij hoe zijn kleinzoon heftig gebarend in de verte verdween. Hoe moest je afremmen? Het knopje nog eens indrukken? Hij durfde niet. Er reed een scootmobiel met een oude man voorbij. „Drukken, man! Nog eens! Dubbele overdrive! Yippie!” riep de man. Terwijl hij wegschoot kwam zijn voorwiel omhoog.