Tijdens de verbouwing van ons Italiaanse huis lag aannemer Torti altijd op de loer. Je kon geen spa in de grond steken of daar kwam hij al om je te vertellen dat je het helemaal verkeerd aanpakte. Zijn ’È sbagliato’, het is fout, ging steevast gepaard met een mismoedig hoofdschudden dat betekende dat je een hopeloos geval was.
Toen we besloten om de buitenkant van ons huis zelf te gaan schilderen (de facturen van Torti liepen veel te hoog op) en ik de kwast ter hand nam om de steiger te beklimmen, stond hij er alweer. Uit het niets opgedoken terwijl ik tegenwoordig toch eerst goed om mij heen keek voor ik aan iets begon. ’Non sei capace,’ zei hij nu, je kunt dit niet. Wel godver, dacht ik en klom snel omhoog. Wèg!
Ondanks Torti’s misnoegen kleurde ons huis geleidelijk steeds prachtiger oranje. Als versiering had ik een grijze omlijsting van de ramen bedacht, die ik met veel precies meet- en afplakwerk tot stand bracht. Terwijl ik zo met een raam bezig was, hoorde ik Torti roepen. Hij stond beneden aan de steiger en riep dat de kleur niet goed was. ’È blu,’ riep hij. Het is blauw.
Oké, voor een keer geef ik je gelijk, dacht ik en stootte de emmer met verf van de steiger.
Terwijl Torti tierend en vloekend de druipende verf van zich af probeerde te slaan, riep ik: ’Hai ragione! Sei blu. Come un puffo.’ Je hebt gelijk. Je bent blauw. Als een smurf.