Ik besloot dat ik maar eens mee moest doen. Als nieuwe bewoner van het appartementencomple wilde ik zo snel mogelijk mijn medebewoners leren kennen. Hoe kon dat beter dan door gezamenlijk te tuinieren? Toen ik bij de gemeenschappelijke tuin aankwam, zag ik een kudde roze olifanten die aan het grazen waren. Het bleken mijn medebewoners, die gebukt de weerloze plantjes te lijf gingen. Naakt! En het waren alleen maar vrouwen... Voor ik me ongezien uit de voeten kon maken, had een van de deelnemers me al gespot. Shit, het was mijn buurvrouw! Ze kwam met ferme pas op me af. Haar borsten wapperden vrolijk voor haar uit, alsof zij me als eerste wilden begroeten. “Leuk, buurman, dat je komt meehelpen. Toevallig is het vandaag World Naked Gardening Day. Je kleren kun je in het werkhok achterlaten. Ik zie je zo.” Toen ik beschroomd uit het hok kwam, de snoeischaar angstvallig voor mijn edele delen, stond ze me op te wachten. Ze richtte haar blik omlaag. „Ik zie dat je je eigen ’materiaal’ hebt meegebracht?” De aanhalingstekens rond het woord ’materiaal’ waren duidelijk hoorbaar. „Niet nodig hoor, we hebben gezamenlijke spullen, daar mag iedereen naar lieve ’lust’ in ’graaien’, hahaha.” Ik schuifelde zo onopvallend mogelijk naar de dichtstbijzijnde border en zag een woeste plant die aan een flinke ’beurt’ toe leek (ik leerde snel). „Hoho,” riep een medetuinierster. „Die moet blijven staan om het ongedierte weg te lokken.” „Welk ongedierte?” vroeg ik terwijl ik krampachtig in mijn hurkzit volhardde. „De naaktslak.”