‘Stop nou eens met dat getuur naar dat scherm!’ riep zijn vader. ’Duimelot!’ Fransje heette helemaal geen Duimelot, maar Fransje. Duimelot was de scheldnaam die zijn vader voor hem bedacht had omdat hij de hele dag met twee duimen appjes aan zijn vrienden zat te typen. Duim-a-lot, haha, leuk hoor.
’Dan verkoop je toch je boot,’ had Fransje gezegd toen zijn vader klaagde over hun financiën. De economische crisis had zijn ouders hard geraakt en om deze te overleven maakte zijn vader, een man van cijfers, een cost-benefit analyse van hun huishouden. En wie eindigde daarin onderaan? Fransje natuurlijk. Zijn vier oudere broers brachten meer in dan hij en zelfs Grover, die de hele dag alleen maar in zijn mand lag te pitten, stond boven hem in de lijst! Oorzaak: het mobiele internetgebruik waarmee hij geregeld buiten de familiebundel raakte. Of was het toch zijn opmerking over die boot?
De eerste keer dat zijn vader hem geblinddoekt naar het bos bracht, had Fransje op zijn mobiel een tracking-app geïnstalleerd en was hij zo weer thuis. Kiekeboe, hier is Duimelot! Maar die fout maakte zijn vader maar een keer. Nu, zonder mobiel, had hij werkelijk geen idee welke kant hij op moest. Fransje klom in een boom. In de verte zag hij een gsm-zendmast. Eropaf! De mast bleek langs een weg te staan waar af en toe een auto langskwam. Fransje ging langs de kant staan en stak zijn duim op. Duimelot, dacht hij en gniffelde.