Bert had er al jaren naar uitgekeken: de eerste dag van zijn pensioen. Eindelijk alle dagen fijn samen met zijn Anja. Dat ze nooit veel zei, deerde hem niet. Lang voor de voor hem zo heuglijke datum had hij al een bucketlist opgesteld met de dingen die hij dan samen met haar wilde gaan doen.Als eerste parachutespringen, samen met Anja aan één parachute, wel zo gezellig. En als allerlaatste op zijn lijst had hij ’waardig sterven’: het voltooien van de lijst zou zo mooi samenvallen met het einde van zijn leven. En als Anja hem zou overleven dan zou ze niet belast worden met een slepend overlijdensproces. Bert hield van keurig en van opgeruimd staat netjes. Terwijl hij samen met Anja in de deuropening van het vliegtuig stond, kreeg hij het even benauwd. Maar kom, wat kon er gebeuren. Een bucketlist was niet voor watjes! Ze sprongen en ... gelukkig, de parachute opende zich. Minutenlang zweefden ze boven een paradijselijk landschap van groene weiden, blauwe plassen en zwart-witte koeien. Bert keek vervuld van geluk naar zijn Anja. „Zeg Anja,” vroeg hij toen opeens, „wat zou jij eigenlijk het liefste willen als je een bucketlist had?” Anja haalde haar schouders op en zweeg. Plotseling trok ze een schaar tevoorschijn en knipte de lijnen waarmee Bert aan de parachute vastzat resoluut door. „Maarr..?” was het enige dat Bert nog wist uit te brengen terwijl hij in de diepte verdween. Steeds zwakker hoorde hij Anja’s stem, die „Een flitsscheiding, Bert. Een flitsscheiding!” riep.