Dat Annie sprekend op de vroegere koningin leek, zag je meteen. Maar sinds de prinses ’zich in haar eigen wereld had teruggetrokken’ was dat niet meer zo interessant. Annie was gewoon Annie, klaar uit. Dus toen er een dagje uit naar paleis Soestdijk plaatsvond, ging Annie ook mee. Zoals altijd. Met haar spruitjes. Nu prinses Juliana permanent in haar kamertje in de ene vleugel van Soestdijk verbleef en prins Bernhard slechts een deel van de andere vleugel gebruikte, mochten geselecteerde groepen de rest van het paleis bezichtigen. Ook ’De Wijde Einder’ was deze eer te beurt gevallen! Op een dinsdag was het zover. De stemming in de bus was opgewonden. Dat Annie het nodig had gevonden om ook nu haar spruitjes mee te nemen, leidde wel tot enig gemor maar uiteindelijk legde iedereen zich erbij neer. Zo was Annie nu eenmaal. ’Ik luister beter als ik iets omhanden heb,’ was haar excuus. Als je zei dat ze toch ook kon gaan breien, haalde ze alleen haar schouders op. Nee, spruiten moesten het wezen. In de afsluitende troonzaal keek iedereen zijn ogen uit. De gids gaf voortreffelijk uitleg. Annie was even gaan zitten, op een mooie goudgerande stoel met een kroontje op de rugleuning. De laatste spruiten verdwenen in haar pannetje. Opeens stormden bewakers de zaal binnen. ’De prinses!’ riepen ze en voordat iemand ook maar een pink had kunnen bewegen was Annie afgevoerd. De pan met spruiten hadden ze toen maar mee naar huis genomen. Het bleek een koninklijk maal.